Stageplein Zorg organiseert voor Summa College en Fontys
de stages in de zorgsector

TOOLBOX PRAKTIJKLEREN

Verhaal ophalen

Duur
30 - 45 minuten
Aantal
2-5 personen
Doel
Onderzoekende houding
On-/offline
Offline

Doelen

Met het verhaal willen we informatie ophalen over wat een persoon te vertellen heeft over een bepaald onderwerp. In dit geval autonomie. Met deze methodiek kun je achterhalen wat iemand belangrijk vindt bij het uitoefenen van autonomie, hoe hij of zij de omgang van zorgverleners/professionals hiermee ervaart en wat er eventueel beter kan.
Tijdens het ophalen van het verhaal is er een interactie tussen de verhaalophaler en de verteller. De verhaalophaler is de “luisteraar” van het verhaal.

  • Het doel van de leermethodiek verhalen ophalen, is duidelijk te krijgen hoe de cliënt het onderwerp (bv. autonomie) ervaart binnen de instelling en op welke wijze medewerkers hier goed mee omgaan en wat beter kan. Ook kan een beter zicht ontstaan op in hoeverre cliënten en bewoners autonomie willen en kunnen uitoefenen.

Hierbij staan twee aspecten centraal:

  • Inzicht krijgen in het verhaal van de cliënt betreffende elementen van autonomie;
  • Inzicht krijgen in de beleving van de cliënt wat betreft de betekenis van autonomie voor hem/haar.

Deze werkwijze omschrijft het ophalen van verhalen bij mensen in een somatisch verpleeghuis setting, daarnaast is een aangepaste werkwijze toegevoegd om de methodiek ook toe te kunnen passen in een psychogeriatrische setting.

Tips voor implementatie

  • De leermethodiek kan ingezet worden bij een individuele cliënt om bijvoorbeeld relevante informatie in het zorgplan te verwerken. De leermethodiek kan ook ingezet worden bij meerdere cliënten als onderzoeksmethode om eventueel na het analyseren van de gegevens interventies te kunnen inzetten op afdeling/organisatieniveau.
  • Zorg er altijd voor dat je voldoende tijd en ruimte creëert voor jezelf als voor de cliënt om het verhaal te kunnen ophalen, zodat je ook het gevoel hebt te kunnen luisteren.

Voorbereiding interventie

Verdiep je in het thema, in dit geval autonomie, zodat je als verhaal ophaler een duidelijk beeld hebt van het begrip.

Persoon – maak vooraf afspraken over wanneer, waar, hoe en waarom je een interview wil afnemen. De
cliënt is vrij om niet deel te nemen aan de interview. Check of de cliënt nog akkoord gaat met het
(opnemen van het) interview. Zorg er tevens voor dat er ook akkoord is vanuit de zorgorganisatie om eventueel een (audio) opname te mogen maken.
Ruimte – zorg voor een comfortabele en rustige omgeving met voldoende privacy. Zorg dat je
oogcontact kan houden tijdens het interview.
Materiaal – zorg ervoor dat je opname apparatuur voldoende opgeladen is. Een notitie blokje is handig om belangrijke punten voor jezelf te noteren, maar let op dat je niet de hele tijd aan het schrijven bent.
Veel lezen van voorbereidingsnotities of veel schrijven tijdens het interview bevordert het vertellen van
een verhaal niet.

Cliënten worden individueel bevraagd hoe zij autonomie ervaren en waar verbeteringen gewenst zijn. Het gesprek start met een inleiding. Hierna stelt de luisteraar één ruime openingszin. Bijvoorbeeld: Kunt u eens vertellen hoe u uw eigen leven leeft, binnen deze instelling?

Wanneer de leermethodiek wordt ingezet als onderzoeksmethode:
• Bepaal welke cliënten deel gaan nemen a.d.h.v. inclusie- en exclusie criteria.
• Cliënten vragen of zij deel willen nemen en van informatie voorzien.
• Cliënten informed consent laten ondertekenen.
• Samen met de cliënt het gesprek plannen; trek hier ongeveer 45 minuten voor uit.

Zie literatuurlijst voor literatuur suggesties.

Oefening vooraf:
Een interview afnemen is een vaardigheid en dus te leren. Het is geen ‘gesprekje’ of ‘conversatie’ want de
informatie flow is over het algemeen eenrichtingsverkeer: van geïnterviewde naar interviewer. Dit is
vooral het geval bij verhalen ophalen. Als het goed is, is de cliënt straks meer aan het woord dan jij tijdens
het interview. Volg onderstaande stappen om te oefenen.

  1. Bestudeer de korte richtlijn voor een verhaal ophalen, zie kader op blz. 2.
  2. Spreek af met welke collega/medestudent je gaat oefenen.
  3. Bepaal samen waarover het oefen interview zal gaan. Keep it simple! Bijvoorbeeld, hun laatste vakantie.
    Uiteindelijk gaat het voor jou niet om de inhoud, maar de techniek: ze moeten iets hebben waar ze
    makkelijk over kunnen vertellen.
  4. Neem het interview af en maak een audio-opname, net zoals je straks gaat doen bij de cliënt.
  5. Evalueer het interview met jouw collega/medestudent. Hoe hebben zij het ervaren om jou hun verhaal te vertellen?
    Welke leerpunten haal je hier uit?
  6. Luister naar je opname. Identificeer:
    • De initiatiefase van openingsvraag tot coda (zie richtlijn). Noteer de vragen/opmerkingen door jou
    gesteld/gemaakt.
    • De diepte fase. Noteer de vragen/opmerkingen door jou gesteld/gemaakt.
    • Heb je goede vragen gesteld? Hoe weet je dat? Kijk niet alleen naar de formulering maar ook naar
    de respons/reactie.
  7. Overweeg of je meer moet oefenen.

Benodigdheden

  • eventueel opname (audio) apparatuur.
  • notitieblok en pen.

Werkwijze

Korte richtlijn (oorspronkelijke auteur: Dr. Shaun Cardiff)

De structuur van het interview
Opening – Bespreek het doel van het interview, tijdslimiet en toestemming voor opname voordat je met
opnemen begint.

Initiatie – Nadat jullie beiden op je gemak lijken te voelen wordt de cliënt uitgenodigd om te vertellen
over de ervaren autonomie of een specifieke onderwerp/gebeurtenis. De openingsvraag moet open en
uitnodigend zijn, bijvoorbeeld: “Kunt u mij vertellen hoe het vandaag met u gaat?” Neem een
‘aandachtige’ non-verbale houding aan terwijl de cliënt zijn/haar verhaal vertelt. Beperk het maken van
notities tot steekwoorden over specifieke momenten of de volgorde van gebeurtenissen. Stel geen
vragen tot het ‘coda’. Het ‘coda’ is dat stille moment waarin de cliënt klaar lijkt te zijn met vertellen. Er
komt niets meer ‘spontaan’ naar voren en mensen ronden het vaak zelf af door iets te zeggen zoals: “En
zo is het gegaan,” of “Dat is het, ongeveer”. Om de cliënt weer aan het vertellen te krijgen is de vraag:
“Is er nog iets dat je wilt vertellen?” vaak voldoende.

Diepte – als je aandachtig geluisterd hebt in fase twee heb je gehoord of je genoeg informatie hebt of
waar nog informatie nodig/wenselijk is. In fase 3 ga je de diepte in door het verhaal in fase 2 (vaak in
chronologische volgorde) nog te doorlopen en de cliënt uit te nodigen om meer te vertellen. Je kan hier
doorvragen om een zo compleet mogelijk verhaal te verkrijgen. Terwijl je de cliënt uitnodigt om meer te
vertellen over specifieke momenten in het verhaal en/of keerpunten, respecteer je wat de cliënt (niet)
wilt vertellen. Nieuwe paden voor exploratie kunnen geopend worden door eenvoudige vragen te
stellen zoals: “Kunt u mij iets meer vertellen over…..”. Je zoekt details, en toch ‘volg’ je de cliënt in zijn/
haar verhaal met vragen zoals: “En wat gebeurde toen?”;”Hoe voelde dat?” Zodoende houdt de cliënt
controle over wat hij/zij vertelt.

Afronding – op een gegeven moment is het verhaal ‘compleet’ en kan de opnameapparatuur uitgezet
worden. Het interview wordt afgerond door te evalueren hoe de cliënt het ervaren heeft. Daarna kan
het gesprek op een natuurlijke manier worden beëindigt door eventjes weer over algemene zaken te praten.
Laat de opname transcriberen of doe dit zelf; Een andere optie is om de opname vaker terug te luisteren.

Analyse
Transcripten lezen of audio opnames terug luisteren.

  • Wat valt je op omtrent autonomie in de verhalen?
  • Welke thema’s of patronen herken je in de verhalen omtrent autonomie.
  • Noteer deze Kom met de werkgroep bij elkaar en pas een analyse methode toe. Bijvoorbeeld de Kritische Creatieve Hermeneutische Analyse (Cardiff & van Lieshout, 2014) of andere analyse methode. Bekijk hoe je de thema’s aan het team terug kunt koppelen.

 

Bevindingen en verbeterpunten
Pak de belangrijkste aspecten uit de analyse samen bijvoorbeeld in een portret of overkoepelend verhaal of uitwerking van de thema’s.

  • Leg deze aspecten terug in het team en kies samen thema’s uit met verbeterpunten.
  • Bepaal samen één verbeterpunt waar het team mee aan de slag gaat
  • Spreek af wie dit oppakt en op welke wijze evaluaties plaatsvinden
  • Bepaal als team de vervolgstap(pen)

 

In een psychiatrische setting:
Vraag toestemming aan 1e contactpersonen als je audio-opnames wilt maken en de data wilt gebruiken voor kwaliteitsverbetering.

  • Exclusie: sluit cliënten niet te snel uit van deelname. Je kunt ervoor kiezen om alleen cliënten die niet meer in staat zijn om zich verbaal te uiten uit te sluiten.
  • Eén algemene centrale startvraag zoals genoemd onder het kopje ‘Hoe gaat het afnemen van verhalen in zijn werk?’ werkt niet altijd, maar probeer wel het gesprek te starten met een open algemene vraag als dit mogelijk is.
  • Als je bv. vraagt; “Hoe is het met u?” en je merkt dat de cliënt weinig respons geeft, schat dan in of dit het juiste moment is om het gesprek te voeren. Mogelijk heeft de cliënt geen behoefte aan een gesprek.
  • Alle antwoorden zijn oké; geen gericht antwoord op je vraag kan achteraf bij het analyseren ook waardevolle informatie zijn.
  • Probeer voort te borduren op hetgeen zich voordoet in het gesprek, stiltes zijn hierbij oké.
  • Zoek een rustig plekje (ivm minder afleiding en goede geluidsopnames-achtergrondgeluid).
  • Plan de gesprekken niet op dag en tijd, maar spreek een periode van bv. twee weken af waarin de gesprekjes dat op voor de cliënt geschikte momenten plaats kunnen vinden.
  • Maak het gesprek niet onnodig lang. In tien minuten kun je al veel informatie krijgen.
  • Laat andere medewerkers weten dat je in gesprek bent met die bewoner en vraag hen zich afzijdig te houden.

 

Zie ook Leermethodieken Autonomie in Samenspraak | Fontys voor meer informatie over het inzetten van ‘verhalen ophalen’ als onderzoeksmethode.

Rollen & Vaardigheden

Verhaalophaler (luisteraar/onderzoeker):

  • Communicatieve vaardigheden, luisteren, parafraseren, open vragen stellen, samenvatten, uitnodigende betrokken open (non verbale) houding, doorvragen.
  • Onderzoek vaardigheden.
  • Organisatie vaardigheden en vaardigheden om een terugkoppeling in het team te kunnen faciliteren.
Bronverwijzing

Snoeren, M., Legius, M., Wolters, I., & Janssen, M. M. (2022). Actieonderzoek als vehicle voor werken, leren en ontwikkelen in de verpleeghuissector. Tijdschrift voor HRM, 2022(4), 26-49.

Cardiff, S., & van Lieshout, F. (2014). Het kritisch-creatief hermeneutisch data-analyseraamwerk: Analyseren met in plaats van voor participanten. Kwalon. https://doi.org/10.5117/2014.019.002.030

Gregory, S. (2010). Narrative approaches to healthcare research. International Journal of Therapy and Rehabilitation 17(12), 630-636.

Roddy, E. e.a. (2021). Moving stories: exploring the LIFE session storytelling method as a way of enhancing innovative, generative outcomes in practice. International Practice Development Journal 11(1)[6] https://doi.org/10.19043/ipdj.111.006

Roman, B., Waterschoot, K. en Luijkx, K. (z.d.) Handreiking: het verhaal als kwaliteitsinstrument. Een toepassing van narratief onderzoek voor de ouderenzorg. ZonMw | Tranzo | Tilburg University. content

Sools, A. (2012) Narratief onderzoek. KWALON 17(1), 27-35. https://doi.org/10.5117/2012.017.001.027

Samenwerkingspartners